Taoïsme – de weg van de natuur
De oudste Chinese religie was het Taoïsme met zijn oprichter Lao-Tzu (604 v. Chr., betekent namelijk “de Oude Wijze”) dat zich in de eerste plaats bezighield met het verlengen van het leven door middel van de alchemie. Taoisme is gericht op mensen en natuur, terwijl Confucianisme, gebaseerd is op de woorden van Confucius (551-497 v. Chr.) die gericht waren op een sociale harmonie.
Het taoïsme is de allesomvattende universele natuurwet (‘Dao’ = Weg), waaraan men zich als mens moet aanpassen. De natuur zou bestuurd worden door de interactie van de kosmische krachten van Yin en Yang energie.
Taoïsme is de wijsheid van het luisteren naar de stem van de natuur, evenals de wijsheid van ons kennis dat de mens daadwerkelijk kan alleen gedijen wanneer uitgelijnd en in harmonie met het ritme van het Universum.
De wereld wordt geregeerd door de dingen hun gang te laten gaan.
Eenvoud, geduld, mededogen. Deze drie deugden zijn jouw grootste schatten.
Aan de geest die verstilt, geeft zich het hele universum.
Wees tevreden met wat je hebt; verheug je op de manier waarop alles is.
Wanneer je je realiseert dat er niets ontbreekt, dan behoort de hele wereld aan jou.
Het boek Tao Te Ching is een van de belangrijkste geschriften van het Taoïsme, dat naast het Confucianisme en Boeddhisme een van de grote drie Chinese filosofieën is. Het boek stamt uit de 6e eeuw vóór Christus.
“De hemel haast zich niet, toch volbrengt hij alles op tijd.” -Lao Tzu. Deze eeuwenoude wijsheid kunnen we steeds gebruiken in ons drukke, moderne leven.
Gezondheid is het grootste bezit. Tevredenheid is de grootste schat. Vertrouwen is de grootste vriend. Het feit dat je bestaat is de grootste vreugde.
– Lao Tzu